1 Je moet nu alle delen van de zin benoemen. pv = ow = gez = lv = mv = bep =
2 De televisie laat ons leuke programma's zien. pv = ow = lv = mv = bep =
3 Hij heeft gisteren in de stad een kostbare ring gestolen. pv = ow = gez = lv = mv = bep
4 Op de verjaardag moest ik voor de visite heel veel eten maken. pv = ow = ik = lv = mv = bep =
5 In het restaurant verkochten ze lekkere biefstuk. pv = ow = gez = lv = mv = bep =
6 Overal kan je straks oliebollenkraampjes vinden. pv = ow = gez = lv = mv = bep =
7 Dat meisjes heeft gisteren voor haar verjaardag in Amsterdam mooie cadeaus gehad. pv = ow= gez = lv = mv = bep =
8 Ik heb aan de leerlingen van klas 4 veel onvoldoendes gegeven. pv = ow = gez = lv = mv =
9 Veel kinderen spelen tegenwoordig op het internet leuke spelletjes pv = ow = gez = lv = mv = bep =
10 De oude man kan volgende week niets voor zijn dochter kopen. pv = =ow = gez = lv = mv = bep =
11 Lisa gaat straks een boek lezen. pv = ow = gez = lv = mv = bep =
12 Een onbekende man heeft gisteren in de stad een jas voor zijn broer gestolen. pv = ow = gez lv = mv = bep =
13 Hij moet iedere avond de afwas voor zijn ouders doen. pv = ow = hij = lv = mv = bep =
14 Tijdens de training heeft hij deze zomer in de polder veel lekke banden gekragen? pv = ow = gez = lv = mv = bep =
15 Dit is de laatste simpele zin voor jullie. pv = ow = gez = lv = mv = bep =